(O)ma Alve

Vandaag 99 jaar geleden werd ALVE geboren op een boerderij in de buurtschap Wissel bij Epe. ALVE is het pseudoniem van onze moeder/oma Aaltje van den Bremen-Van Vemde. Na de lagere school bezocht zij de MULO. Deze opleiding werd voortijdig afgebroken omdat zij door het jong overlijden van haar moeder, de zorg voor haar vader, twee broers en een hulpbehoevende grootmoeder op zich moest nemen. Na haar huwelijk in 1939 met Lambertus (roepnaam Bertus) van den Bremen woonde ze achtereenvolgens in Driebergen, Amsterdam, Winschoten en Groningen, waarna ze in 1970 naar Deventer vertrok. 

Omstreeks 1968 begon ze zich bezig te houden met dialekt, hetgeen onder meer resulteerde in de totstandkoming van het “Woordenboek voor het Eper Dialekt”, dat in samenwerking met professor H. Entjes van het Nedersaksisch Instituut te Groningen in 1982 werd uitgebracht. In 1970 verscheen haar eerste “stukje” in de “Eper Krant”. In 1971 werd dat een wekelijkse bijdrage, die ook in “Het Veluws Nieuws”, “Het Noord Veluws Dagblad” en later in “De Apeldoornse Krant” werd voortgezet. 

In verschillende dialektboeken, zoals “Regiotaal”, “Het Witte Peerd” en “De Poste” zijn verhalen van haar te vinden. Ook in verschillende uitgaven van de IJsselakademie, als “Wanneer ben iej Riepe?” en “Jan in de zak” staan haar bijdragen. Ook schreef zij geregeld in “De Moespot”, het tijdschrift van het Verbond van Neersasse Dialektkringen. 

Verhalen van ALVE zijn, samen met gedichten van haar man Bertus van den Bremen in 1984 gebundeld in “Um en Umme” en in 1989 in “Over en Weer”. Samen met haar man traden ze destijds ook op als “Um en Umme” met een dialektprogramma voor diverse verenigingen in de regio. 

In de verscheidenheid van haar verhalen komt de voorkeur voor de oude volksverhalen sterk naar voren. Op 21 januari 1993 verscheen ter ere van haar 80e verjaardag het prachtige boekje “De Spreakende poppe en andere verhalen”, uitgegeven door de Coöperatie Van den Bremen. Dat was nadat ze na 25 jaar haar laatste column had geschreven voor het “Noord Veluws Dagblad” en inmiddels ernstig ziek was geworden. Het boekje is een blijk van waardering voor haar intensieve bemoeienis met het Eper Dialekt, en is haar aangeboden door “haar echtgenoot, haar kinderen en allen die daar naast en na kwamen”. 

Onze moeder en oma overleed begin mei 1993, exact 10 dagen na de geboorte van kleindochter Alve. Aangezien ze niet wist of ze de geboorte van Alve nog zou halen, is haar voor de geboorte al gevraagd wat ze er van zou vinden als de naam ALVE zou worden vernoemd. Ze vond het een schitterend idee en sprak de woorden: “Dat kind zal dan vast ook later schrijver worden!”. 

Na haar dood heeft Bertus van den Bremen nog jaren lang alleen opgetreden, tot dat bruut werd verstoord door een herseninfarct, een aantal jaren geleden. Bertus is in februari 2008 overleden en woonde de laatste periode van zijn leven in verpleeghuis P.W. Janssen in Deventer.

 

 

Bremen farm, Alabama

boerderij Bremen gevonden in Zevenhuizen, gemeente Leek

Dag Gert,

Bremen en boerderij levert deze relevante zoekresultaten op in Google:

http://www.7huizen.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=27&Itemid=35

Een site met informatie over Zevenhuizen, gemeente Leek.

Veel van de straatnamen van Zevenhuizen hebben een oorsprong in de geschiedenis van het dorp. Hieronder staan de straten alfabetisch opgenoemd met daarbij de betekenis van de naam. Deze informatie is overgenomen uit het boekje “over krijthesreed en Schreiershoek” een publikatie van de gemeente Leek.

Bremerweg
Bremen verwijst waarschijnlijk naar de naam Breemhaer. Dit zal genoemd zijn naar de begroeiing: een soort wilde brem. Waarschijnlijk sprak men kortweg van Breem, en dit werd in de uitspraak Breemm, toen de begroeiing was verdwenen en de stadsnaam Bremen bekend was.

Bremstraat
Zie ook Bremen

M.A.D. Bakkerstraat
genoemd naar de heer M.A.D. Bakker, die samen met zijn vader, G. Bakker, grote complexen heideveld in Zevenhuizen-boven ontgon. Deze exploitatie gaf veel arbeiders in Zevenhuizen werk. G. Bakker stichtte in 1910 de boerderij “Bremen”.
M.A.D. Bakker was van 1927 tot 1931 wethouder, en van 1931 tot ongeveer 1935 raadslid in Leek.

Op diezelfde site:

http://www.7huizen.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=188:passage-uit-tussen-hunze-en-louwers&catid=24:verhalen-en-fotos-van-vroeger&Itemid=122

Er kwam een Landbouwvereniging, die in 1900 het initiatief nam tot oprichting van een coöp. Zuivelfabriek. De heer G. Bakker, oud-burgemeester van Uithuizen en zijn zoon lieten ongeveer 300 ha woeste grond op de Breemhaar ontginnen. De grote boerderij die ze er lieten bouwen kreeg de naam Bremen’.

Gezien ons beider voorliefde voor port, gaat mijn voorkeur daar naar uit. Proost!

 

Mirjam

 

 

De Bremen en de Bremensallee

Dit zijn de foto’s die horen bij de reactie van Gerrit van den Bremen op de blog over de herkomst van de naam Van den Bremen van Gert van den Bremen:

 

Leuk om te weten dat we een rafelige ruige  familie zijn en laten we hopen dat de herleiding van de veldnaam Den Braam klopt. Als het uit een boek komt van ene meneer Otten wees dan voorzichtig want in het veldnamenboek voor Epe, ook van zijn hand, zit hij zo hier en daar bezijden de waarheid.

Er bestaat momentaal inderdaad een grote Bremen, grote boerderij en minicamping aan de Oenerkant (vanaf Oene rechts) en een (gerenoveerd) boerenhuis dat de Bremen heet, meer richting Heerde (vanaf Oene links) Maar de echte plek van de Bremen zou zijn de huidige boerderij no 3 (dit is door Pa van den Bremen ooit ergens opgetekend) Op de ene foto is deze plek vastgelegd en dat de Bremensallee echt bestaat toont de andere foto.

Gerrit van den Bremen

De foto’s zijn als nieuw item in in de familieblog geplaatst. (zie aldaar)

De foto’s zijn ook in de fotoblog geplaatst (daar kunnen ze wat beter worden uitvergroot)

 

 

 

 

de Marktpleinkerk in Winschoten

 

Velen van de familie van den Bremen hebben een bijzondere band met Winschoten en een groot aantal heeft hun godsdienstige vorming ontvangen in de Marktpleinkerk met of zonder succes. In ieder geval één huwelijk is er bevestigd. Als zij gezeten waren in deze prachtige Romano-Gotische kerk dan hadden zij achter het eierdopje van Peters (de preekstoel) een aantal gebrandschilderde ramen gezien die daar op initiatief van ds J.Visser in 1948 waren geplaatst. In de latere jaren zijn nog meer gebrandschilderde ramen geplaatst. En nu is er door de predikant van de kerk een prachtig verzorgd boek verschenen over die  ramen , terwijl ook nog even iets meer over de kerk verteld wordt .

Bert L.van der Woude De weg van het Licht Uitgeverij Boekencentrum

Voor alle boeken door mij genoemd geldt, als zij niet aanwezig zijn in enige openbare bibliotheek , zijn zij bij mij in te zien en onder voorwaarden te lenen.

 

Gert van den Bremen

 

 

 

 

Het ontstaan van de naam van den Bremen

 

Als je in Oene naar het noorden gaat vind je in Ooster Oene vlak voor de grens met de gemeente Heerde de Bremensallee en aan deze weg staan twee boerderijen de grote en de kleine Bremen.

Deze weg en boerderijen liggen op een akker die van oudsher de veldnaam had Den Braam. Waarschijnlijk had deze akker een wat rafelige vorm, wat nu in het kaartbeeld niet meer is te herkennen maar het gebied ligt tegen de IJssel en wordt doorsneden door allerlei weteringen die vroeger waarschijnlijk een wat andere loop hadden.

Het woord braam is het zelfde woord, dat we nu nog kennen als de braam aan de geslepen schaats en betekent eigenlijk ruige rand.

Onze voorvader Egbert Jans die leefde van 1735 tot 1798 was daar landbouwer en werd aangeduid als Egbert Jans op den Braam. Zijn nazaten gebruikten allerlei variaties van deze naam voor hun familienaam, een van de varianten is de onze van den Bremen.

Als je de link volgt naar Joop van den Bremen zijn website dan vind je onder de genealogie van Jan Teunis,de vader van deze Egbert Jans, een hele verzameling varianten.

De andere gegevens zijn ontleend aan een boekje over veldnamen in Epe welke ik ooit eens in mijn hand heb gehad.

Het mag nu ook duidelijk zijn waarom zoveel familieleden geïnteresseerd zijn in de rafelige randen van de samenleving, dat krijg je met braam in je naam.

 

Gert van den Bremen

 

 

 

 

Kort Gronings

 

Het Gronings is de kortste taal van ons land, en dus de meest efficiënte!!

 

In het Nederlands: In het Grûnns:

 

– Dit behoort tot de mogelijkheden. Sol kenn’n.

– Hieromtrent kunnen wij u geen enkele zekerheid bieden. Wait’k nait.

– Zou u dat eens willen herhalen? hè?

– Zulks ben ik geenszins van plan. Da dukn’t.

– Ligt dat in de lijn der verwachtingen? Sol’t?

– Hiermee denk ik geen problemen te ondervinden. Gain punt.

– Dit wordt door mij als zeer spijtig ervaren. Da’s sund.

– Het weer voldoet niet aan de verwachtingen van deze tijd. ‘tis kloot’nweer.

– Mag ik vragen waarvoor u hier komt? Wa mos’t?

– Hetgeen u mij vertelt, verbaast mij ten zeerste. Krieg nou wat.

– Deze informatie is geheel nieuw voor mij. Da’s naaj.

– Ligt dat binnen het kader van uw bevoegdheden? Mags’t da wel?

– Wilt u zo vriendelijk zijn mij te zeggen wat u van mij wilt? Wa wilst?

– Ik heb hierover een enigszins afwijkende mening. Da kin nait.

– Wat u mij opdraagt, ben ik niet van plan uit te voeren. Krieg’n bochel.

– Het leven van een Groninger gaat niet over rozen. ‘tkon minder.

 

Met het Gronings als voertaal kunt u 80% bezuinigen op de tijd die u doorbrengt met werkbesprekingen!! 

 

 

De Bremen in Oosteroene

Onlangs schreef ik een stukje over het ontstaan van de naam van den Bremen op deze website. Gerrit reageerde daarop met een aantal foto’s van de betreffende plek, maar sprak ook wat twijfel uit over mijn mogelijke bronnen.

Dank daarvoor, ik ben ogenblikkelijk gaan zoeken op welke bronnen mijn herinnering was gebaseerd. En jawel hoor. Het door Gerrit aangeduide boek van Otten was mijn bron.

Dr.D.Otten Veldnamen en oude boerderijnamen in de gemeente Epe. IJsselacademie Kampen 2002.

 

Toen het boek verscheen heeft het een poos bij Pa in het verpleeghuis gelegen en daar heb ik het in gezien. Vervolgens was het daar weg en nu heb ik via een antiquariaat weer een exemplaar op de kop getikt en dat ligt nu naast mij.

Ik kan niet goed beoordelen wat er voor fouten in het boek staan. Een paar onnauwkeurigheden heb ik wel gezien maar ik denk niet, dat de tekst over de Bremen onjuist is. Volgens de literatuurlijst in het boek heeft Otten zich beziggehouden met plaats en veldnamen op een groot deel van de Veluwe.

 

In dit stuk zal ik proberen de bronnen van Otten na te lopen, de betekenis van de naam Bremen te verklaren en de oorsprong van de plek te duiden

Op bladzijde 79 van Otten zijn boek in de beschrijving van de veldnamen onder de rubriek eenlingen staat:

Bremen: het weiland wordt een paar keer genoemd in de verpondingkohieren uit de 17e eeuw en bleef daarna in gebruik:”een weiland op de Bremen in Oene”, D412 (1893). De vorm brem(e) had de betekenis “rand, zoom” en is een variant van berm.

Op bladzijde 123 in de rubriek boerderijnamen staat Bremen

 

In de tweede helft van de 17e eeuw was de Bremen al een bekende boerderij. In 1660 was Henrick Gerrits pachter van “den Bremen”, in 1675 was dat Gerrit Schuyrman. De verpondingkohieren noemen ook het goed den Breemen(1663,1667).

 

In de 19e eeuw was de “boerenerve genaamd den Breem” te Oosteroene ongeveer 17 bunder groot. De naam Bremen werd toen ook genoemd als veldnaam, bijv.”weiland op den Bremen te Oene, knr D412 “ (1893), dat was toen het gebied tussen de Bremensallee en de Grote Wetering. De boerderij de Bremen (Bremensallee 2) werd ook wel de Grote Bremen genoemd; de (latere) Kleine Bremen lag er vlakbij.

Tot zover Otten.

 

Betekenissen van woorden vind je in woordenboeken en mijn volgende stap was het zoeken in verschillende woordenboeken naar de betekenis van het woord Bremen

Ik heb overal gezocht op de trefwoorden braam, breme en bremen

 

Allereerst het Woordenboek van Epe van de ons bekende auteurs: A van den Bremen – van Vemde en L. van den Bremen.

Daar vinden wij de volgende woorden

Broame; braam, ruige rand.

Bremen vinden we in de aanvulling uit 1988

Breamen de; naam van een boerderij in Ooster-Oene.

 

In de dikke van Dale:

Braam, ruige oneffen rand als ene betekenis en de andere braam de doornige struik met braamvruchten.De daar aangeduide vroegere betekenissen verwijzen naar rand, boord en doornige plant, brem.

 

Er zijn nog twee andere woordenboeken, die tegenwoordig ook digitaal zijn te raadplegen maar ook in een bibliotheek wel beschikbaar zijn in ieder geval in Groningen heb ik ze gevonden.

Het Woordenboek der Nederlandse Taal en het Etymologisch woordenboek van het Nederlands

Het zoeken naar de genoemde woorden levert het volgende beeld op. De verschillende vormen van het woord braam zijn breme, brem, bremel en brame en afgezien van de Braamvis en sommige relaties met de stad Bremen is de betekenis; braamstruik en oneffen rand, zoom, omlijsting.

 

Volgens het Etymologisch woordenboek van het Nederlands is de betekenis waarschijnlijk niet gerelateerd aan het boord berm zoals Otten zegt omdat omzetting van klanken zelden voorkomt in het betrokken taalgebied maar ligt het verband tussen de twee betekenissen van het woord braam de uitstekende rand als ene betekenis en de doorn als andere betekenis.

Breme is een oudere vorm van het woord braam.In onze stamboom wordt de naam op den Braam eerder genoemd dan den Bremen maar waarschijnlijk heet de plek van oudsher de Bremen en is op den Braam een nieuwere variant. Kortom Bremen betekent uitstekende rand.

 

Blijft uiteindelijk de vraag over waarom betreffende plek deze naam heeft gekregen.

Ik ga er van uit dat de veldnaam de oudste aanduiding is en dat boerderijen de naam van de plek hebben gekregen.

Zeker vanaf het begin van onze jaartelling was de IJssel een rivier die in het gebied waar we hier over spreken meanderde tussen de hogere gebieden van Salland en de Veluwe en in dat gebied lagen drogere en nattere plekken. De drogere plekken waren rivierduinen die we nu nog kunnen herkennen als de dorpen Welsum, Veessen en Vochten. Welsum en Marle horen bij de provincie Overijssel, Veessen en Vorchten bij Gelderland. In de oudste vermeldingen van Welsum in de 13e eeuw wordt aangegeven dat Welsum behoort tot het kerspel Olst. Dat behoren tot had te maken met de bereikbaarheid. Voor de vroege bewoners van Welsum was Olst makkelijker te bereiken dan Oene of Epe. Voordat in de middeleeuwen het IJsseldal bereikbaar en bruikbaar gemaakt is zal ongetwijfeld de rivier anders gemeanderd hebben maar het is ook heel wel mogelijk dat het makkelijker was de rivier over te steken dan door het moeras te gaan ten westen van Welsum.

Ten noorden van Welsum ligt de Bremen en is naar mijn oordeel ook een rivierduin gescheiden van Welsum en Veessen maar aansluitend op Oene.

In het midden van het IJsseldal ligt een reeks rivierduinen Welsum, de Bremen, Veessen, Vorchten en Marle waar de rivier langs en door meanderde. Het bestuderen van het huidige kaartbeeld levert deze conclusie op.

 

Op de eerste Topografische kaarten uit het begin van de 19e eeuw is duidelijk te zien dat het gebied de Bremen de uitstekende rand was gekeken vanuit Oene. Op de kaart is er kleurverschil te zien tussen de bouwlanden en de broeklanden. Waarbij de broeklanden het later ontgonnen gebied is.

De Bremen is dus een rivierduin aan de rand van het begaanbare gebied van Oene en had een enigszins puntige vorm.

Of deze conclusie reëel is kan versterkt worden door een gelijke situatie in het zelfde taalgebied te vinden.

 

In het Nedersaksische taalgebied ligt aan de rivier de Weser de Stad Bremen. In een Wikepedia website over de geschiedenis van de Stad Bremen vond ik de volgende verklaring voor het ontstaan van de naam Bremen. De naam Bremen- Latijns Brema – betekent zoveel al s “aan de rand liggend” (oud-Saksisch Bremo betekent rand respectievelijk omranding en bevindt zich waarschijnlijk aan de rand van het duin.

De stad Bremen is ontstaan op een rivierduin aan de rand van de rivier de Weser en door de strategische plek heeft de stad Bremen zich anders ontwikkeld dan Bremen bij Oene maar de oorspong van de naamgeving is de zelfde.

 

Blijft over de vraag wat onze voorvader op deze plek deed.

In een zelf vervaardigde productie van Pa van den Bremen; “Van Jan Tonnis tot Imogen Beard, negen generaties van den Bremen”, staat iets in over de eigendomsverhoudingen op den Bremen, maar nader onderzoek in de door Otten genoemde verpondingkohieren zou door een liefhebber nog eens uit gezocht moeten worden. Pa meldt, dat het om een pachtboerderij ging en de verpondingkohieren melden ook pachters. Waarschijnlijk had het gebied vroeger een andere vorm, was er mogelijkerwijs een eigenaar en meerdere pachters.

 

Wie zoekt dit uit en welke relatie heeft dat met onze voorouders

Veel succes,

Gert van den Bremen

 

PS Het zou merkwaardig zijn dat er maar twee Bremens zijn in dit grote gebied. Dus degene die nog een Bremen ontdekt krijgt een fles wijn, waarbij ik zal helpen die op te drinken.

Om het niet te makkelijk te maken, de Bremen in Groningen heb ik al gevonden. De boerderij ligt tussen de Wilp en Zevenhuizen in de gemeente Leek. De oude topografische kaart kent daar zelfs twee Bremens waarvan de een op een duin ligt in een gebied wat aangeduid wordt als Brak veld. Wat duid op invloeden van de zee. Tot hoever en waar precies weet ik niet maar de Lauwers heeft vroeger in het grensgebied van Groningen en Friesland tot ver naar het zuiden gelopen.